Onderzoek: Tranen van vrouw verlaagt de agressie van mannen

Nieuw onderzoek onder leiding van Shani Agron aan het Weizmann Instituut voor Wetenschappen in Israël heeft een interessante ontdekking gedaan over de impact van de tranen van vrouwen op mannelijke agressie. Gepubliceerd in het open access tijdschrift PLOS Biology op 21 december, onthult de studie dat chemicaliën in de emotionele tranen van vrouwen het vermogen hebben om agressief gedrag bij mannen te verminderen.

De studie bouwt voort op bestaande kennis dat mannelijke agressie bij knaagdieren wordt geremd wanneer ze worden blootgesteld aan vrouwelijke tranen. Dit fenomeen, bekend als 'social chemosignaling', is goed gedocumenteerd bij dieren, maar was minder begrepen bij mensen. Agron's onderzoek biedt significante inzichten in dit gebied, met de nadruk op de complexe interactie tussen emotionele uitingen en gedragsreacties bij mensen.

Om dit effect bij mensen te onderzoeken, voerde het onderzoeksteam een experiment uit waarbij mannen onbewust werden blootgesteld aan ofwel emotionele tranen van vrouwen of een zoutoplossing. De mannen namen deel aan een tweepersoonsspel dat was ontworpen om agressief gedrag op te wekken, vooral in scenario's waarin ze geloofden dat de andere speler vals speelde. Deze opzet stelde de onderzoekers in staat om de impact van de tranen op de agressieniveaus van de mannen te observeren.

Significante verlaging van agressie

Opmerkelijk was dat de studie vond dat 'wraakzuchtig agressief gedrag tijdens het spel met meer dan 40 procent daalde nadat de mannen de emotionele tranen van vrouwen hadden geroken'. Deze daling in agressie was opvallend, gezien het feit dat de mannen het geurloze tranen en de zoutoplossing niet van elkaar konden onderscheiden.

Verdere analyse met functionele MRI-scans onthulde significante bevindingen. 'Bij herhaling in een MRI-scanner toonde functionele beeldvorming twee op agressie gerelateerde hersengebieden - de prefrontale cortex en de anterieure insula - die actiever werden wanneer de mannen tijdens het spel werden uitgelokt, maar niet zo actief werden in dezelfde situaties wanneer de mannen aan de tranen roken'. Dit bood een neurologische basis voor de waargenomen gedragsveranderingen.

De bevindingen van de studie dagen het conventionele begrip van menselijke emotionele uitingen uit, en suggereren een complexere interactie tussen tranen, hersenactiviteit en gedrag. De auteurs concluderen: 'We vonden dat, net als bij muizen, menselijke tranen een chemisch signaal bevatten dat mannelijke agressie van dezelfde soort blokkeert. Dit gaat in tegen de opvatting dat emotionele tranen uniek menselijk zijn'.

Dit onderzoek onderstreept niet alleen de rol van sociale chemosignalering in menselijke agressie, maar opent ook nieuwe wegen voor het begrijpen van emotionele communicatie bij mensen.