Uit een onderzoek van de Universiteit van Exeter is gebleken dat motten (Smerinthus ocellata) het moeilijker hebben door de toenemende lichtvervuiling. Vooral 's nachts is er steeds meer licht op aarde en ook steeds feller licht, waar dieren last van hebben.
De mot in het bijzonder lijkt er niet goed van af te komen. Ze worden extra goed zichtbaar voor vogels, die ze eten, daarnaast zijn de nieuwere lampen ook slecht voor ze. Er ontbreekt ultraviolet- en blauw licht, de kleuren die motten nodig hebben om zelf goed te zien. Dit maakt het moeilijker voor ze om wilde bloemen te vinden, te bestuiven én om zich te camoufleren voor vogels.
De afgelopen twintig jaar is in het straatbeeld het soort licht dramatisch veranderd. Traditioneel licht (lage druk natrium) is vervangen door LED-lampen. Deze moderne brede spectrum lampen zorgen ervoor dat mensen beter zicht hebben. Maar de consequenties voor dieren zijn nog niet zo bekend.
Dit onderzoek maakt duidelijk dat de motten, die het al slecht doen in Europa, de klos zijn. De motten hebben vooral wit licht nodig, met een blauwer component, maar die zouden weer slecht zijn voor andere soorten. Wat de kwestie complex maakt.
Een eerder onderzoek dit jaar toonde aan dat het aantal motten in het Verenigd Koninkrijk met een derde af is genomen. Als voornaamste oorzaken werden habitat verlies, klimaatopwarming, intensieve veehouderij en lichtvervuiling genoemd.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties