AI-onderzoek: Vrouwen na 40e snel onaantrekkelijker, mannen na 50e levensjaar

Uit een onderzoek middels AI is duidelijk geworden dat vrouwen met name na hun veertigste leeftijd en mannen na hun vijftigste leeftijd minder aantrekkelijk worden. Dit zou biologisch ook gefundeerd zijn, aangezien vrouwen gemiddeld tot hun veertigste een baby een kunnen krijgen.

In een nieuwe studie is een machine learning model gebruikt om het effect van veroudering op aantrekkelijkheid te onderzoeken. Er namen 20 deelnemers tussen de 20 en 29 jaar oud deel, van wie neutrale portretfoto's werden genomen. Deze afbeeldingen werden vervolgens door een machine learning model verwerkt om kunstmatige beelden te creëren van het verwachte uiterlijk van elke deelnemer in hun 30s, 40s en 50s.

Het model werd getraind met een database van meer dan 200.000 politiefoto's en beroemdheden. Een totaal van 315 leken voltooiden een enquête waarin zij gevraagd werden om de aantrekkelijkheid en mannelijkheid of vrouwelijkheid van elk beeld te beoordelen met een schaal van 0 tot 100. Het model toonde uitstekende nauwkeurigheid, met 85 procent van de respondenten die de doelleeftijd van de persoon op de afbeelding nauwkeurig voorspelden.

Gemiddeld werd gevonden dat vrouwen een afname in aantrekkelijkheid ervaren van 10,4 punten per decennium en een afname in vrouwelijkheid van 7,59 punten per decennium. Voor vrouwen werd de meest steile daling waargenomen na de leeftijd van 40. De aantrekkelijkheid en mannelijkheid van mannen bleven relatief behouden tot de leeftijd van 50, wanneer de aantrekkelijkheidsscores begonnen te dalen.

Vanuit een evolutionair biologisch perspectief is het nuttig om deze bevindingen te beschouwen. Veel studies hebben aangetoond dat gezichtsaantrekkelijkheid en vruchtbaarheid nauw met elkaar verbonden zijn. De grotere en eerdere afname bij vrouwen in vergelijking met mannen kan verband houden met hun waargenomen voortplantingscapaciteiten. Er kan ook een hormonale component zijn, aangezien specifieke botveranderingen in het gezicht, die met de tijd bij zowel mannen als vrouwen optreden, bijdragen aan deze bevindingen.