Wat wordt bedoeld met het beroemde still face-experiment in de psychologie?

| door Sjoerd Valkering

Kenners op het gebied van psychologie, trauma en opvoeding wijzen vaker naar het zogenaamde still face-experiment in de psychologie. Ontwikkelingspsycholoog Edward Tronick voerde het onderzoek uit bij baby's in de jaren zeventig.

Het still face-experiment is een klassiek onderzoek in de ontwikkelingspsychologie, geïntroduceerd door Dr. Tronick in de late jaren '70. Dit experiment was ontworpen om de emotionele interactie tussen zuigelingen en hun ouders te onderzoeken, en om te benadrukken hoe belangrijk deze interacties zijn voor de emotionele en sociale ontwikkeling van het kind.

Tijdens het still face-experiment wordt een ouder gevraagd om op normale wijze met hun baby te communiceren, meestal door naar de baby te glimlachen, te praten en positieve gezichtsuitdrukkingen te tonen. Na een korte periode wordt de ouder geïnstrueerd om een 'stil gezicht' te tonen, wat betekent dat ze hun gezichtsuitdrukkingen neutraliseren en stoppen met reageren op hun baby. Na weer een korte periode wordt de ouder vervolgens gevraagd om de normale interactie met de baby te hervatten.

Reactie van de baby

Wanneer de ouder overstapt naar het stille gezicht, vertonen zuigelingen doorgaans duidelijke tekenen van onrust en stress. Ze kunnen proberen de aandacht van de ouder te krijgen door meer te bewegen, te glimlachen, te wijzen of zelfs te huilen. Als de ouder niet reageert, kan de baby zich terugtrekken en tekenen van verdriet en nood vertonen.

Conclusie

Het still face-experiment toont het belang aan van emotionele synchronie en wederkerige interactie tussen ouders en hun kinderen. Baby's verwachten responsiviteit van hun verzorgers en kunnen zich snel onrustig voelen als die verwachting niet wordt ingelost. Het onderstreept het idee dat emotionele connectiviteit en wederzijdse afstemming cruciaal zijn voor de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind.

Kritiek op het experiment

Er is ook nog kritiek gekomen op het still face-experiment. Deze zijn te verdelen in ethische zorgen, interpretatie van de resultaten, generaliseerbaarheid van de studie, invloed van de onderzoeksopzet en overige factoren die een rol, spelen.

  1. Ethische zorgen: Sommigen hebben ethische zorgen geuit over het doelbewust veroorzaken van stress of ongemak bij zuigelingen, zelfs als het van korte duur is. Ondanks dat het experiment over het algemeen als mild wordt beschouwd (de 'stressperiode' is van korte duur en er is geen fysieke schade), geloven sommigen dat het niet ethisch is om een baby bewust van streek te maken.
  2. Interpretatie van de resultaten: Sommigen hebben beargumenteerd dat de reacties van de baby's niet noodzakelijk een diep begrip van sociale interactie vertegenwoordigen, maar eerder een meer algemeen ongemak wanneer er een plotselinge verandering in de omgeving is.
  3. Generaliseerbaarheid: Er zijn vragen gerezen over de generaliseerbaarheid van de resultaten, aangezien de interactiestijlen en verwachtingen kunnen variëren afhankelijk van culturele en individuele verschillen.
  4. Invloed van de onderzoeksopzet: Er zijn zorgen geuit dat het feit dat moeders weten dat ze worden geobserveerd, hun gedrag kan beïnvloeden. Dit kan de natuurlijkheid van de interacties tussen moeder en kind verstoren.
  5. Andere factoren: Er kunnen andere factoren zijn die de reactie van een baby beïnvloeden, zoals slaap, honger of andere basisbehoeften. Hoewel onderzoekers vaak proberen deze variabelen te controleren, kunnen ze nog steeds invloed hebben op de resultaten.

Ondanks deze kritieken wordt het still face-experiment nog steeds beschouwd als een waardevol instrument om het belang van vroege sociale interacties en de behoefte aan responsiviteit in verzorgingsrelaties te benadrukken.

Lees ook

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen