Alice Miller: Deze man zat nog steeds vast in de kinderlijke situatie

| door Sjoerd Valkering

Franz Ruppert zegt het ook weleens in een podcast en Alice Miller vertelt het ook treffend in het boek De opstand van het lichaam: Sommige mensen blijven hun hele leven hunkeren naar de goedkeuring van hun ouders en komen niet onder deze angst- en schuldgevoelens vandaan.

Sommigen zijn zich er van bewust, maar misschien het grootste deel niet. Alleen therapie kan hun uit deze mix van het verleden met het heden trekken. In het boek geeft Miller een treffend voorbeeld van een te dikke man, Andreas, die een huis huurde van zijn ouders.

Miller begreep eerst niet waarom Andreas zo dik was, maar later werd het haar duidelijk. Hij leed onder schuldgevoelens voor het opzeggen van het huis. Andreas durfde de huur niet op te zeggen, terwijl hij eigenlijk niet meer afhankelijk wilde zijn van zijn ouders. Andreas had, tot ze het hadden besproken in de spreekkamer, nooit overwogen om het huis dat hij huurde van zijn ouders te verlaten.

Miller zegt hierover: 'Dat kan verwonderlijk klinken, maar dat is het niet, als men bedenkt dat deze man nog steeds gevangenzit in de kinderlijke situatie waarin hij zich moest schikken naar het gezag, de wil en de macht van die beslag leggende ouders, zonder een uitweg te kunnen zien, uit louter angst dat ze hem zouden verstoten.'

Andreas heeft later wel de moed verzameld om te verhuizen. Daarna gaat het beter met hem en gaat hij ook minder eten. 'Ik heb me gerealiseerd dat die liefde niets anders was dan mijn verlangen om liefgehad te worden, en dat verlangen is nooit vervuld. De verlangen heb ik moeten opgeven. Opeens hoefde ik niet meer zoveel te eten als vroeger, ik kon weer gebruikmaken van mijn energie, en dat bleek ook op mijn werk.'

Volgens de psychotherapeute is voor haarzelf, en daarmee ook de kern van haar andere boek het Drama van het begaafde kind, het afleggen van haar schuldgevoelens 'een heel belangrijke stap op de weg naar het opheffen van mijn afhankelijk van mijn geïnternaliseerde ouders'. Dit was nog niet alles wat ze moest opgeven, zo schrijft Miller openhartig. Ook de hoop op open communicatie, verwachtingen en dat het uitwisselen van gevoelens ooit veilig mogelijk zou worden met haar ouders moest ze uit haar verlangens schrappen.

Deze stappen zijn moeilijk volgens Miller. Vooral voor mensen wiens ouders nog leven. 'De verwachtingen die uit de kinderjaren stammen, kunnen zo sterk zijn dat de enkeling alles opgeeft wat goed voor hem zou zijn, om eindelijk zo te worden zoals zijn ouders hem hadden willen hebben, om vooral maar niet de illusie van liefde kwijt te raken.'

Om de hoop op te geven op open communicatie zijn surrogaatpersonen nodig. Dat wil zeggen dat iemand in therapie leert om de coach of psycholoog dusdanig te vertrouwen dat daarmee communicatie wel mogelijk is. Dat zou helpen om uiteindelijk de hoop, dat de ouders deze verlangens nog gaan invullen, wordt opgegeven.

Lees ook

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen